woensdag 13 juni 2012

Río de mierda

Nog maar 3,2,1 maanden. Vandaag 38 dagen. Al enkele weken sta ik ‘s morgens op met het gevoel dat deze dag de laatste is. Wie weet de laatste keer dat ik empanadas help koken.. Wie weet de laatste keer dat we met z’n allen mate drinken.. Wie weet de laatste keer dat ik.. Dubbel gevoel. Achter laten om terug te vinden. Maar misschien is het net wetende dat mijn tijd er hier bijna op zit, dat ik zo hard geniet. Hoe dan ook, de laatste weken waren goed gevuld. Genoeg stof dus voor nog een blogberichtje, hoogstwaarschijnlijk de laatste voor mijn terugkeer. Terwijl mijn beste vriend hier zonder schaamte mijn bed heeft ingepalmd, geef ik een update van de laatste weken: Verjaardagen, afscheidsfeestjes, presentatie van onze klaspull, en de nationale feestdag: 25 mei. Met de familia zijn we de bergen in getrokken om die speciale dag te vieren. Met  onze nagels gelakt in de kleuren van de Argentijnse vlag en gewapend met enkele dikke truien en een thermos warm water, vertrokken mijn zus en ik naar Niquixao. Ter gelegenheid van die bijzondere dag werd daar een folklorisch festival gehouden en aangezien enkele van onze vrienden –waaronder ook mijn schoonbroer- folklore spelen, betekende dat ook meteen gratis ingang -én gratis locro, lees: typisch gerecht van het noorden, gemaakt van maíz-. Geweldige dag. Genoten van de typische dansen, de tango en traditionele gerechten, de nueces confitadas –walnoot met dulce de leche-. Gelachen om de gaucho’s die voor de gelegenheid hun paard uit de stal hadden gehaald en de mottenballen van hun pak hadden geklopt. Genoten tot ‘s avonds laat, tot zelfs mijn drang  om alle handgemaakte snuisterijen die de hippies verkochten over was, omwille van de koude. 

Want terwijl jullie daar in België zo stilaan de –volgens betrouwbare bronnen- warmste zomer in jaren binnentreden, wordt het hier in mijn homecity kouder met de dag. Dat betekent: zowel binnens- als buitenshuis met 3 paar sokken rondlopen, enkele fleecedekentjes naar school meenemen –of ‘s morgens gewoon blijven soezen, want, net als in de zomer, zou het als Belg echt onverantwoordelijk zijn om in die extreme temperaturen het huis uit te komen- en ‘s nachts met handschoenen en pantoffels aan in bed kruipen. Brrr. Tijd voor een reisje naar warmere oorden, leek me dus. En zo gezegd, zo gedaan. 27 mei vertrok ik met de grote zus –en inmiddels geweldige vriendin- richting Cordoba om daar de rest van het gezelschap op te pikken en de tourbus naar de watervallen van Iguazu te nemen. Terwijl we in Cordoba waren, ook meteen 2 andere Belgjes kunnen terugzien na 10 maand. Samen ontbeten, ervaringen uitgewisseld, plukken haar gestolen, beseft dat we binnen 1 maand samen het vliegtuig naar ons thuisland zullen moeten nemen. Mortelmans en Berghs, geweldig om jullie terug te hebben gezien! En daarna terug naar het station gewandeld om onze volgepropte valiezen –zwempak, zonnecreme, muggenmelk! Braziiiiil- uit de lockers te halen en samen met onze reispartners de bus op te stappen. Miriana, Italiaanse en goede vriendin, en verder ook 4 Duitse mede’AFSers. Klaar voor een goede 30uur in de bus, richting Brazilië! 


Om 6u ‘s morgens kwamen we dan toe in Missiones, waar we de ruïnes van San-Ignacio zouden bezoeken, de overgebleven ruïnes van de missieposten van de jezuïeten. Na wat historische uitleg kregen we de resten van de beschaving te zien, bij het opgaan van de zon. En dan in rechte lijn doorgereisd tot de grens met Brazilië. Op de grens onze eerste –van vele- Braziliaanse caipirinha gedronken en in de namiddag toegekomen in ons hotel,om te bekomen van de reis in het zwembad, onder de palmbomen, cumbia op de achtergrond. Vol enthousiasme om de volgende dagen dé watervallen van Iguazu te verkennen. 



Randinformatie: watervallen van Iguazu, een van de zeven wereldwonderen van de natuur. Betekenis in het Guarani: ‘groot water’. Geen slechte benaming als je weet dat over een afstand van 2.5km meer dan 200 watervallen naar beneden storten. Subtropisch gebied.

Het geluid van de duizenden liters kolkend water, konden we al van kilometers ver horen. De eerste dag werden we naar de watervallen op Braziliaanse grond –slechts een 25procent van het totale oppervlak- begeleid, waar je van ver een prachtig totaalbeeld van de watervallen kon zien. Daarnaast hebben we ook een boottocht op de rivier gedaan waar ze je in motorboot tot net onder de watervallen voerden. Zieklachen met de Braziliaanse ‘negro’ die onze toerbegeleider was op de stroomversnellingen. De volgende dag de Argentijnse kant van de watervallen bezocht. Zelfs nog indrukwekkender. De garganta del diablo bezocht , de ‘duivelse’ uitsnijding te midden van de rivier waar onmenselijk veel water naar beneden stort. Het lijkt haast alsof de grond onder je voeten verdwijnt. En verder ook de 3 inferieure circuits bewandeld via de voetgangerspaden, duizenden foto’s genomen en.. vogels, vlinders, miereneters, toekans, cuatis –vierpotige voedseldieven- én –jawel, Lieven- aapjes gezien! Na die geweldige drie dagen hebben we afscheid moeten nemen van het geniale hotel, de Portugese receptionistes, het wereldse ontbijtbuffet, om weer voor 2 dagen de bus in te kruipen, gelukkig met slechts een twintigtal muggenbeten –twas tseizoen niet, zeggen ze dan.


En van de ene bus meteen op de andere gestapt. Maar dan richting Jujuy, een provincie helemaal in het noorden van Argentinië, grenzend aan Bolivië en Chili. Daar heb ik een bezoekje gebracht aan mijn zuidpartner, inmiddels goede vriendin en, laten we eerlijk zijn, verschrikkelijke browniebakster: Mimi. Jujuy, het kloppende hart –midden in het Andesgebergte- van de indiaanse tradities waar ze de godin van de aarde, la pachamama, nog steeds vol overtuiging vereren. De warme Peruviaanse kleuren, de traditionele gerechten en de vrolijke muziek lijken mijlen ver weg van de hoofdstad Buenos Aires. En dat merk je al bij het uitstappen. De bevolking is veel donkerder van huidskleur en meteen ook een pak kleiner dan de gemiddelde Europeaan. 


De eerste dag zijn we richting ‘de salinas grandes’ getrokken, de zoutwoestijn. Een eindeloze witte uitgestrektheid met hier en daar enkele zoutwerkers die met machines de hele dag zout winnen, de zoutbekkens met het helderblauwe water ontwijkend. Indrukwekkend. Op de weg terug naar huis zijn we via purmamarca gereden om daar te eten. Een authentiek dorpje met kleine huisjes van leem en cactushout en overal waar je kijkt, kraampjes waar ze pulls, schoenen, beenwarmers,.. met het motief van het noorden verkopen. En op de achtergrond: de zevenkleurenberg. ‘s Middags dan in een gezellig restaurantje gestopt met het lief van Mimi, de onkel en de zus. Empanadas, locro, humita en.. lamavlees! De volgende dag zijn we samen naar Tilcara en Humahuaca doorgereden. Overal poncho’s, veelkleurige hoeden en omringd door cactussen. Verder zijn we ook lama’s gaan voederen. Een mythe bevestigd: lama’s spugen wel degelijk! Later die week zijn we dan ook met Mimi’s leerkracht Engels meegevraagd op een wandeling. In de ochtend werden we opgepikt en na een kleine drie uur in de auto, uitgestapt en 2 uurtjes gewandeld door een adembenemend –letterlijk, door het hoogteverschil- landschap om te komen tot een grot waar enkele indrukwekkende muurschilderijen van de Inca’s bewaard gebleven zijn. Vervolgens moesten we doorwandelen in een landschap die net het decor van de leeuwenkoning leek, om op onze pick-nickplaats te geraken,tussen de roodgekleurde bergpieken. Onder 1 boom. Magisch.


En met een koffer die ik amper toekreeg met al de souvenirs –schoenen, beenwarmers, handschoenen, tasjes,..- heb ik afscheid genomen van mijn mede’Belg en ben teruggekeerd naar Catamarca, na weer eens geweldige reis. Klaar om de noorderse traditie te proberen: cocabladeren kauwen! Geen nood mamie: voor een gram cocaïne heb je honderden kilo’s cocabladeren nodig (: en nu.. Na het jaar van mijn leven, klaar om deze laatste maand, de maand van mijn leven te maken. I’m coming home again. 



Tot gauw!

Iguazu










Jujuy
















Geen opmerkingen:

Een reactie posten